Kelly (40) is getrouwd, moeder van drie kinderen (21, 11 en 8) en meestal gelukkig. Maar ze had een heel moeilijke jeugd en was nog maar klein toen ze in zichzelf begon te krassen en te snijden. ‘Ik dacht dat lichamelijke pijn mijn psychische pijn draaglijker zou maken.’
“Het voelt nu heel onwerkelijk dat ik mezelf dat aandeed. Maar ik heb het jarenlang gedaan, op mijn benen, armen, buik, borsten… Ik sneed mezelf tot bloedens toe met stanleymesjes. In slechte perioden soms elke dag. Het was een coping mechanisme, een overlevingsstrategie, iets wat ik deed als ik me rot voelde. Ondanks dat ik er zelden opgewekter van werd, was het een patroon waarin ik jarenlang ben blijven hangen. Ik dacht er niet meer over na, snijden was wat ik deed als ik me rot voelde.
Wanneer het precies begonnen is, weet ik niet meer. Maar een paar jaar geleden sprak ik mijn oude leraar van de basisschool. Hij vertelde me dat ik mezelf als meisje van een jaar of zeven al beschadigde. Dat ik me verstopte in een kast op school en mezelf krabde en prikte met pennen en potloden. Hij zag een kind dat het moeilijk had, en probeerde er voor mij te zijn. Ik ben hem nooit vergeten. Voor de meeste andere volwassenen in mijn jeugd was ik vooral een probleem…
Thuis ging het vanaf het begin af aan niet goed. Als baby huilde ik veel en mijn moeder kon daar niet goed tegen. Via via weet ik dat ze mij in de kelder legde, zodat ze me niet kon horen. Ik weet niet of dat tien keer is gebeurd of honderd keer, maar dat het niet goed ging thuis, is een feit. Ik werd geslagen en opgesloten en mijn ouders schreeuwden tegen me. Als kind realiseerde ik me niet dat dit niet normaal was. Ik dacht dat andere ouders ook tegen hun kinderen schreeuwden en ze opsloten in hun kamer. Toch was het thuis niet alleen maar vervelend. Er was ook liefde en gelegenheid. Als ik eng gedroomd had mocht ik in het grote bed, en zondagochtend keken we met zijn allen warm onder de dekens tv. Maar de sfeer was onvoorspelbaar, die kon zomaar omslaan. Ik wist nooit waar ik aan toe was.
Vanaf mijn zesde vertoonde ik probleemgedrag. Ik had weinig vriendjes en was opstandig. Ik kon niet stilzitten in de klas, was snel afgeleid en luisterde niet. Ik loog, stal en liep weg. Inmiddels heb ik de diagnose ADHD gekregen – dat verklaart veel van mijn gedrag – maar toen was daar minder over bekend. Ik kreeg speltherapie en toen dat niet hielp werd ik opgenomen in een orthopsychiatrische instelling. Ik heb er een jaar gewoond toen ik negen was. Eenmaal terug thuis, verviel alles weer in het oude en een paar jaar later ging het helemaal mis. Ik zat inmiddels op de middelbare school van een grote scholengemeenschap en werd gepest. Ik voelde me eenzaam en depressief.
Tekst Anne Bakker | Beeld Tabitha van Duin
Lees het hele verhaal in Fabulous Mama editie 2-2020. Koop hem in de winkel of bestel deze hier.
Wil je op de hoogte blijven van de leukste artikelen en toffe winacties? Volg Fabulous Mama magazine dan op Instagram of op Facebook!