Mijn naam is Karin Rutjes (34 jaar) en samen met mijn man Rendo en kids Demi (6) en Owen (5) wonen we in Hardenberg. Ik ben coach voor onder andere hoogsensitiviteit en ik voel een enorme passie meer openheid te geven over dit onderwerp. Dit doe ik door middel van blogs te schrijven, actief te zijn op Social Media, o.a. Instagram en Facebook. En ook op mij eigen website, www.karinrutjes.nl, deel ik van alles en ga ik verschillende online programma’s aanbieden naast persoonlijke coaching. Als HSP ben je niet anders, maar gewoon een beetje meer!
Nee, ik vind niet dat onze zoon te zacht is. En nee dat zeggen wij ook zeker niet tegen hem. En nee dat is ook nog niet iets wat ik mensen letterlijk heb horen zeggen. Soms voel ik toch dat mensen uit onze omgeving dat vinden. Hij is namelijk hoogsensitief. En je kunt natuurlijk hoogsensitief zijn en een heel stoer jongetje zijn. Maar Owen is dat niet. Hij is gewoon heel lief.
Gaat hij het wel redden
Soms overvalt mij die gedachte. Gaat hij het wel redden
in deze maatschappij. In een wereld waarin je beloond wordt met een grote mond,
vooraan staan en luidruchtig aanwezig zijn staat hij eigenlijk al met 0 – 1
achter. Naast zijn hoogsensitiviteit is hij hypermobiel en je ziet dat hij
daardoor soms te weinig kracht heeft in zijn spieren om goed mee te kunnen
komen. Al zien wij gelukkig geen achterstand bij gym op school of zwemles. Toch
merken we dat het knaagt aan zijn zelfvertrouwen. Hij ziet dat hij bepaalde
dingen niet zo makkelijk of snel kan als een ander. Wanneer ze in de klas iets
mogen doen in groepjes geeft hij aan dat hij niet zo snel is, en dan dus
natuurlijk weer als laatst iets mag uitzoeken. Op het schoolplein kan hij nooit
op de racefiets want er zijn altijd andere kinderen die er eerder bij zijn. Als
kindjes boos tegen hem doen zegt hij liever niets terug, want wat nu als ze
gaan slaan. Of wat nu als de juf dan net boos wordt op hem, terwijl de ander
begon.
Hij is heel slim. Ik had een gesprek met zijn juf, waarin
ik aangaf dat hij zegt dat hij dom is, of dingen niet kan. De juf keek me heel
verbaasd aan. “Wat zeg je nu? Hij loopt bijna voor met alles!” Dus zijn
zelfbeeld laat nogal te wensen over. En wij blijven hem stimuleren en hem
belonen en complimenten geven. Waar hij op sommige momenten ook heel erg van
opleeft. Maar het blijft nog niet hangen.
Verdedigen
Ik wil hem steeds verdedigen. Ik merk dat ik die druk
vooral bij mijn familie voel. Ik werd onlangs boos op mijn moeder omdat we aan
het appen waren over Owen. En ze zei niets verkeerd, maar toch voelde ik me
aangevallen. Ik zei boos dat ze vast niet begreep hoe moeilijk het leven nu
soms voor hem al kan zijn. En hoe hij natuurlijk niet is zoals alle andere
mannen in onze familie, een vader die bouwvakker was, een broer die eerst
bouwvakker was, een zwager die timmerman is. Een neefje van 1,5 jaar jonger die
hem de baas is, en waarvoor Owen met vlagen bang is. Ik was echt boos! Nee ons
kind is geen jongetje dat stoer is en rond loopt te rennen, alles afbreekt en
anderen slaat en schopt. Ik moest huilen. Ik voelde gewoon onrecht, alsof ze
mij letterlijk hadden gezegd dat mijn familie hem zwak vindt. Maar niemand had
het gezegd. Was het gewoon mijn eigen angst? Waarschijnlijk wel. Ik zie hoe
moeilijk het leven hem soms valt en ik wil hem verdedigen. Ik wil hem bij
voorbaat al verdedigen. Ik wil niet dat iemand hem kwetst en hem nog onzekerder
maakt.
Wanneer hij thuis komt met een verhaal dat een jongetje
op het schoolplein hem met een stok tegen zijn benen heeft geslagen, word ik
boos. “Owen, waarom laat je dat gebeuren! Waarom zeg je er niet wat van! Ga dan
naar de juf!” Maar hij heeft dat niet gedaan. “Nee ik zei stop hou daar mee op,
maar hij stopte niet.” Boos worden op Owen is natuurlijk helemaal geen
oplossing. Maar je wil je kind op zo’n moment zo graag uitleggen en duidelijk
maken dat hij zichzelf moet verdedigen. Dat wanneer hij door een jongetje
keihard geduwd wordt op de fiets, niet wil stoppen en hem tegen de muur duwt,
hij in beweging moet komen! Maar nee “mama, ik was gewoon heel erg bang, de
fiets ging heel hard en ik knalde tegen de muur”.
Veel vriendjes
Gelukkig heeft hij veel vriendjes. In de klas ligt hij
goed bij iedereen. De juf gaf ook aan dat dat komt omdat hij heel betrouwbaar
is. Hij doet niets onverwachts, hij doet niemand pijn en hij doet wat hij
beloofd. En veel kinderen vinden dat heel erg prettig. Dus in die zin ben ik
niet bang dat hij alleen blijft. Hij wil ook graag spelen na schooltijd, bij
kindjes thuis en kindjes bij ons. Soms zie ik daarin wel dat hij tegen bepaalde
kinderen niet is opgewassen. In elke vriendschap en relatie voert iemand de
boventoon. En dat zal hij niet heel vaak zijn.
Maar op vrije dagen thuis of in vakanties, kan het maar
zo zijn dat hij niet altijd mee wil naar buiten. Wanneer er meiden en
buurtkinderen voor de deur staan gaat Demi graag mee naar buiten. Maar Owen
vliegt nog wel eens in paniek. “Het is te druk! Ik weet niet wat ik wil!” En ik
dwing hem dan ook niet. Als hij zich op dat moment prettiger voelt om rustig
binnen te blijven mag dat. Hij kan goed zelf aangeven waar hij behoefte aan
heeft en daarin laat ik hem wat dit soort dingen betreft ook echt vrij.
Zijn toekomst
Die zie ik voor nu gewoon rooskleurig in. Al verwacht ik
hij hierin ook andere keuzes gaat maken dan jongens om hem heen. Ik verwacht
bijvoorbeeld echt niet dat hij op voetbal zal gaan. Wanneer ik vanochtend zie
hoe hij weg duikt als er een bal op hem afkomt. Of als ik zie hoe hij überhaupt
een bal vangt… Ik weet niet of sport ooit op zijn agenda zal staan. We gaan het
zien. Niets is verplicht. Ik verwacht wel dat technologie op zijn agenda gaat
staan. Hij is nu op zijn 5e jaar al heel goed in gamen, en alles op
de tv, tablet, telefoon. Bij veel kinderen zal dit gewoon worden. Maar het past
bij hem hierin ook qua beroep iets te gaan zoeken. Ik verwacht dat hij
misschien in zijn tienerjaren best vaak alleen zal zijn. Of geen grote
vriendengroep zal krijgen. Maar ik weet het niet. Soms zie je iets voor je en
pakt het totaal anders uit.
Zijn toekomst ligt nog ver voor ons, al is het er aan de
andere kant morgen ook al. We lopen naast hem mee in al zijn plannen en
ontwikkelingen. We zullen hem bijstaan waar nodig is en hem zoveel mogelijk
realistisch zelfvertrouwen proberen mee te geven als maar mogelijk is.
Wij zullen altijd vertrouwen in hem hebben en hij mag
zich ontwikkelen tot de persoon die hij wil zijn.