Zoeken

Kies nu voor een abonnement met korting

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Alcoholistische moeder; ‘Ik ben niet mijn verleden’

Als Cindy, moeder van Mees, Tim en Pien,  6 jaar geleden Joris tegen het lijf loopt, weet ze dat ze eindelijk, eindelijk haar geluk gaat vinden. Maar niet voordat ze eerst de strijd aangaat met haar verleden. “Ik las een zelfhulpboek over hoe je het maximale uit het leven kunt halen. Ik kon alleen maar huilen. Alsof toen pas het kwartje viel: ik heb nooit geleefd.

“Dat het er bij ons thuis in het verleden anders aan toeging dan bij mijn vriendinnetjes, had ik al snel in de gaten. Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder mij ’s avonds laat wakker maakte, toen ik een jaar of 7 was. ‘Kom, we gaan naar de kermis’, zei ze. Mijn vader was niet thuis en mijn broertjes lagen te slapen. Natuurlijk ging ik mee, dat doe je als je zo klein bent en je moeder vraagt dat.

We liepen een rondje over de kermis. Ik mocht nergens in en ik maakte mij zorgen om mijn broertjes die thuis lagen te slapen. De jongste heeft bovendien een verstandelijke handicap. Ik vroeg me steeds af: wat als er één oorpijn krijgt en wakker wordt? Ook is ze weleens vergeten ons eten te geven. Moesten we ineens naar bed. Stiekem smeerde ik dan snel een boterham voor mij en mijn broertjes.

Vanaf dat ik een jaar of 9 was

Vanaf dat ik een jaar of 9 was, begreep ik dat mijn moeder soms raar deed vanwege de drank. Mijn vader was veel op zakenreis. Maar als hij thuis was, liepen we allemaal op onze tenen. Hij kon zomaar in woede uitbarsten, over heel kleine dingen. Een onbezorgde jeugd heb ik niet gehad.

Vanaf dat ik me kan herinneren, stond ik continu op scherp: hoe was mijn moeder die dag? Hoe kon ik zorgen dat mijn vader niet boos op ons werd? Ik was de oudste en kreeg al snel verantwoordelijkheden. Boodschappen doen, bijvoorbeeld, dan moest ik mijn broertjes meenemen en haalde ik weekend boodschappen. Soms moest ik een paar keer heen en terug, omdat ik niet alles ineens kon meenemen.

Een keer zaten alle tassen vol: de fietstassen en de tassen aan het stuur, met flessen frisdrank, toen nog van glas. Ik kon het gewicht niet houden en viel. Alle flessen waren kapot, maar ik durfde niet naar huis. Schoorvoetend ben ik teruggegaan naar de winkel. Gelukkig kreeg ik nieuwe flessen en die aardige mensen hebben mij geholpen met het inpakken van de spullen. Maar ze zeiden wel dat ik daar toch nog veel te klein voor was. Ik antwoordde dan heel stoer en volwassen: ‘Nee hoor, dat kan ik heus al.’ Ik wist heus wel dat het niet normaal was dat een kind zulke zware boodschappen moest doen.

Ondanks haar drankprobleem was mijn moeder een lieve vrouw

Ondanks haar drankprobleem was mijn moeder een lieve vrouw, ze had geen kwaaie dronk en met haar verslaving kon ik op een gegeven moment wel om gaan. Als ze nuchter was speelde ze veel spelletjes met ons, dansten we door de kamer of speelde schoonheidsspecialiste. Ik heb ook veel fijne herinneringen aan haar maar niet aan mijn verleden. Ze was heel grappig en zorgzaam. Veel mooie eigenschappen heb ik van haar.

Mijn vader hield zich zo veel mogelijk afzijdig van ons gezin. Maar als hij er was, hadden mijn ouders vaak ruzie. Nog steeds als ik foto’s terugkijk, voel ik die gespannen sfeer die er in het verleden altijd heerste. Ik probeerde alles perfect te doen, de perfecte dochter te zijn en problemen te voorkomen. Maar dat lukte natuurlijk niet. Op een ochtend in het weekend ben ik eens in bed blijven liggen.

Ik had het stokje van mijn luxaflex per ongeluk kapot gemaakt. Maar ik durfde dat niet te vertellen, want dan zou mijn vader woedend worden, dus bleef ik maar liggen. Hij kon ook fysiek worden, maar wat ik mij vooral herinner van hem en mijn verleden, is dat hij als een grote brullende beer boven me hing. Heel bang werd ik daarvan.

Als ik bij vriendinnetjes speelde, ging ik vaak weg als de vader thuiskwam. Ik vond dat eng en dacht dat alle vaders zo waren als die van mij. Thuis was ik altijd aan het pleasen. Ik hoopte dat, als ik gewenst gedrag vertoonde, hij niet meer boos zou worden. Stout was ik in het verleden dus nooit, ik durfde niet.

Toen ik 16 was, gingen mijn ouders scheiden

Toen ik 16 was, gingen mijn ouders scheiden. Dat gaf even lucht, maar niet voor lang, we verhuisden naar een vreselijke buurt en ik sliep op een matrasje op de grond. Ik had geen bureau om huiswerk aan te maken en er was geen mogelijkheid om te studeren. En ik zat in mijn eindexamenjaar. Overdag was er drukte van mijn broertjes en met mij werd geen rekening gehouden. Ik zette de wekker op een tijdstip middenin de nacht en sloop dan naar beneden. Dan ging ik aan de keukentafel mijn examens leren.

Vlak voor mijn eindexamens werd ik uit huis gezet. Ik kwam thuis van school en mijn spullen stonden buiten. Natuurlijk was ik stomverbaasd, maar ik was er ook klaar mee, ik wilde daar niet eens meer wonen. Ik had onbewust de rol van mijn vader overgenomen. Ik ging inmiddels over het geld, want daar kon mijn moeder niet mee omgaan en ik verstopte haar drank en bemoeide me constant met haar. Mijn moeder was mijn bemoeizucht zat.

Ik heb mijn spullen gepakt en ben naar een toenmalig vriendje gegaan. Gelukkig heb ik op eigen kracht mijn eindexamen met een mooie eindlijst gehaald. Maar ik wist niet wat ik daarna moest doen. Iedereen ging studeren en ik wilde graag schoonheidsspecialiste worden, maar de nieuwe partner van mijn vader bepaalde dat het te duur was en mijn vader dat niet zou betalen.

Een maand later had ze een nieuwe serre. Ik ben maar gaan werken, want ik had geld nodig om rond te kunnen komen. Ook kwam ik erachter dat ik makkelijk aandacht van mannen kreeg. Ik zag er goed uit en zette dat ook in mijn verleden regelmatig in om gezien te worden. Het ging mij puur om die erkenning, dan werd ik even gezien.

Onenightstands of heel veel relaties heb ik in het vereleden gelukkig nooit gehad. Natuurlijk was die mannelijke aandacht een surrogaat voor het gebrek aan liefde van een vader, dat besef ik nu. Ik vond mezelf niks waard, had een laag zelfbeeld. Ik zocht erkenning op alle mogelijke manieren. Door te flirten, maar ook door als achtergronddanseres op een podium te staan. Dan voelde ik mij even goed. Dat applaus had ik nodig. Iedereen had een baan of volgde een opleiding. Ik niet, ik was niets.

In relaties naar anderen toe, deed ik wat ik gewend was: pleasen. Daardoor kwam ik bij mijn eerste man terecht, hij was een stuk ouder. Maar hij gaf me veel aandacht en zo raakte ik verzeild in een huwelijk waarin ik niet mezelf kon zijn en alle verhoudingen scheef waren. Ik was 19 en had de zorg voor zijn twee kinderen. Wat ik echt zelf wilde, dat wist ik niet.

We kregen twee prachtige jongens samen maar ik was vaak niet gelukkig en had last van depressieve gevoelens en faalangst. Ik zocht op allerlei manieren hulp, via boeken, psychologen en relatietherapie. Niets sloeg echt aan. Wel nam ik mijn verstandelijk gehandicapte broer in huis.

Het ging niet met hem bij mijn moeder en ik wilde gewoon graag voor hem zorgen. Eindelijk iets wat ik in mijn verleden echt deed voor mezelf. Wat mijn man daarvan zou vinden, daar dacht ik voor het eerst niet over na. En hij vond het ook prima. Uiteindelijk raapte ik na twaalf jaar de moed bij elkaar om mijn huwelijk te beëindigen. We hadden samen wel nog twee kinderen gekregen, en samen met hen en mijn broer probeerde ik opnieuw te beginnen.

En toen kwam ik Joris tegen

Ik kende hem al vanaf de middelbare school. Wij bleken zo veel gemeen te hebben; we raakten niet uitgepraat. Er was een klik, een gevoel dat ik instinctief wist dat hij het was naar wie ik mijn hele verleden zo zocht. De liefde van mijn leven. We gingen trouwen en vormden een patchworkgezin samen met mijn zoons, mijn broer en Joris zoon Vincent. Al snel raakte ik opnieuw zwanger van Pien, onze kers op de taart.

Achteraf denk ik dat de komst van Pien als een soort katalysator heeft gewerkt. Nu klopte mijn leven eindelijk, maar in plaats van gelukkig te zijn, sloegen mijn sombere buien weer toe. Ik kreeg de diagnose depressie en het advies om maar aan de antidepressiva te gaan. Dat weigerde ik. Ik wist ergens diep van binnen dat medicatie voor mij niet de oplossing was. Ik wist immers heel goed waar mijn depressieve gevoelens vandaan kwamen, mijn verleden. Ook Joris steunde me daar enorm in.

Uiteindelijk is het een combinatie van factoren geweest waardoor ik uit de depressie ben gekomen. Een vriendin van mij, die altijd voluit leefde, overleed aan kanker. Vreselijk en ontzettend confronterend. Zij genoot zo van het leven, maar zij was er niet meer en ik nog wel. In diezelfde tijd las ik een boek van Michael Pilarczyk, Leef je mooiste leven. Een zelfhulpboek over hoe je het maximale uit het leven kunt halen, maar ik kon alleen maar huilen toen ik het las. Alsof toen pas het kwartje viel: ik heb nooit geleefd. Niet echt. Ik was aan het overleven.

Inmiddels weet ik dat ik niet mijn verleden ben

Maar ik ben wel getekend door het gebrek aan een veilige jeugd en daardoor heb ik jarenlang bepaald geconditioneerd gedrag vertoond. Ik moest helemaal opnieuw beginnen, mijn overlevingstactieken die ik mezelf had aangeleerd moesten overboord. Dat kon alleen als ik begon naar mijn hart en naar mijn gevoel te luisteren, en alle negatieve elementen uit mijn leven te bannen. Ik kijk bijvoorbeeld geen nieuws meer, lees geen kranten, en pleasen dat doe ik ook niet meer. Het heeft mij best wat vrienden gekost, niet iedereen kon de veranderingen accepteren, maar er zijn ook nieuwe mensen bijgekomen. Mensen bij wie ik mezelf kan zijn.

Daarnaast durfde ik, samen met Joris, eindelijk voor mijn droom te gaan. Ik neem nu mijn eigen talenten en ideeën serieus en heb een evenementenbedrijf opgericht. De mantra is mijn hoofd was altijd: je bent niet goed genoeg. Sinds kort is die mantra verdwenen. Ik weet nu dat ik ook iets kan. Pas geleden, toen mijn eerste event een succes bleek, was ik voor het eerst trots op mijzelf. Een heel bijzondere gewaarwording.

Ook kan ik nu wel te zeggen dat ik een goede moeder ben, dat was een heikel punt omdat ik zelf geen goed voorbeeld heb gehad. Ik was me altijd heel erg bewust van mijn eigen opvoeding, die fouten wilde ik bij mijn kinderen niet maken. In het begin ging ik dus enorm overcompenseren, door ze te overladen met liefde en aandacht en nooit boos te worden. Maar dat werkt natuurlijk niet. Ik ben daar relaxter in geworden.

Het is niet erg als ik een keer boos word. Toch is er wel iets blijven hangen, ik zal nooit tegen mijn kinderen zeggen: ‘Stel je niet aan’, als ze huilen. Ook al zie ik wel dat het niet erg is. Ik laat ze altijd hun verhaal doen en probeer goed naar ze te luisteren. Ik scheep ze ook niet af met: ‘Omdat ik het zeg’. Voor mij is het heel belangrijk dat ze voelen dat ze gezien en gehoord worden door mij. Ik weet hoe vreselijk het voelt als ouders geen oog hebben voor de behoeften van hun kinderen.

Met mijn vader heb ik nauwelijks nog contact en mijn moeder is inmiddels overleden. Maar ik voel geen wrok naar haar toe. Zij heeft haar best gedaan. Ze kon het gewoon niet. Ook zij heeft een zware jeugd gehad. Ik ben heel blij dat die cirkel bij mij is doorbroken.”

Dit artikel komt uit een eedere Fabulous Mama.

Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op Fabulous Mama magazine!

Wil je op de hoogte blijven van de leukste artikelen en toffe winacties? Volg Fabulous Mama magazine op InstagramFacebook en meld je aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.

 

Cover 4-2024 FabMam

Shop losse edities

Bestel Fabulous Mama en krijg hem gratis thuisbezorgd!

ALLEEN VOOR NIEUWE ABONNEES​

Ontvang 6x Fabulous Mama op de deurmat én een persoonlijk cadeau naar keuze.