Het slaaptrainen van je kind: do’s en don’ts!

Wat wel te doen:

1. Creëer een vast bedritueel

Een voorspelbare routine helpt je kind om zich veilig te voelen en te begrijpen dat het tijd is om te slapen. Kies rustige activiteiten, zoals een verhaaltje voorlezen, een liedje zingen, of samen een knuffelritueel doen.

2. Houd de slaapomgeving rustig

Een prettige slaapomgeving maakt het gemakkelijker voor je kind om in slaap te vallen.
Zorg voor verduisterende gordijnen, een constante temperatuur, en een zacht nachtlampje als je kind bang is in het donker. Houd speelgoed en schermen buiten de slaapkamer om prikkels te verminderen.

3. Kijk naar slaapsignalen

Let op de signalen dat je kind moe is, zoals gapen, in de ogen wrijven of hangerig worden. Als je je kind te laat naar bed brengt, kan het oververmoeid raken en juist moeilijker in slaap vallen.

4. Blijf consequent

Kinderen voelen zich veilig bij duidelijkheid en voorspelbaarheid. Houd vast aan dezelfde bedtijden en aanpak, ook als het even lastig gaat. Geef op een kalme manier aan wat je van je kind verwacht, bijvoorbeeld: “Nu is het tijd om te slapen.”

5. Geef jezelf én je kind tijd

Slaaptrainen kost tijd en geduld. Accepteer dat er goede en minder goede nachten zullen zijn. Focus op kleine vooruitgangen in plaats van perfectie.

Wat niet te doen:

1. Geen extreme aanpak kiezen die niet bij je past

Sommige methodes, zoals je kind langdurig laten huilen, kunnen stressvol zijn en werken niet voor elk gezin. Je kunt dan beter een aanpak kiezen die je consistent kunt uitvoeren en waarin jij je prettig voelt.

2. Niet te snel opgeven

Veranderingen in slaapgedrag vragen tijd. Het kan verleidelijk zijn om na één slechte nacht van aanpak te veranderen, maar dit kan juist verwarrend zijn voor je kind.

3. Geen onrealistische verwachtingen hebben

Elk kind is anders, en wat bij een ander werkt, hoeft niet voor jouw gezin te werken.
Onthoud dat baby’s en jonge kinderen soms nog hulp nodig hebben om in slaap te vallen, zelfs na slaaptraining.

4. Overdag slaapjes negeren

Als je kind overdag niet voldoende rust krijgt, kan dit de nachtrust verstoren. Zorg voor een goede balans tussen activiteiten en rustmomenten.

5. Geen ruimte laten voor flexibiliteit

Te streng vasthouden aan routines kan stressvol zijn, vooral tijdens vakanties of ziekte. Bouw flexibiliteit in, maar zorg dat je snel terugkeert naar de vaste routine.

Slaaptrainen draait om balans: het vinden van een aanpak die werkt voor jouw kind én voor jou. Met deze do’s en don’ts leg je de basis voor een goede nachtrust, zodat iedereen uitgerust aan de dag kan beginnen.